Wordt donateur

Wordt donateur

Herplaatsbare fretten

Herplaatsbare fretten

Fret vermist

Fret vermist

Fret gevonden

Fret gevonden

Bemiddeling bij herplaatsing

Bemiddeling bij herplaatsomg

Martes martes

boommarter

Leefgebied

In geheel Europa behalve IJsland, Zuid‑Spanje, het Midden‑Oosten, Kaukasus en West‑Siberië, West‑Finland, Griekenland en Kreta. Verder in Klein­Azië, Iran en Oost‑Siberië.

Leefomgeving

Uitgestrekte bosgebieden met loofbomen en gemengd bos. In gebergten tot op een hoogte van 2000 meter.

Lichaamslengte

40‑55 cm. Het mannetje is groter dan het vrouwtje.

Staartlengte

20‑28 cm.

Lichaamsgewicht

800‑1800 gram. Gemiddeld gewicht mannetje 1700 gram. Gemiddeld gewicht vrouwtje 1200 gram.

Kleur

Roodbruin met een bleekgele tot gele, niet‑gedeelde keelvlek. De keelvlek loopt niet door tot op de voorpoten.

De ondervacht is donkerder van kleur dan de dekharen. Dit is van belang bij de de­terminatie, aangezien er zowel bij steen‑ als boommarters variaties worden gezien wat betreft kleur van de vacht en vachttekening. Er zijn bijvoorbeeld boommarters die een witte keelvlek hebben. De neusspiegel van de boommarter is donker. De kleur van de snuit is donkerder dan de rest van het lichaam. De oren zijn iets langer (dan 5 cm) en iets breder dan die van de steenmarter. De randen zijn licht gekleurd.

Omschrijving

De boommarter staat iets hoger op de poten dan de iets zwaardere steenmarter. De voetzolen van de boommarter zijn sterk behaard. De staart is middelmatig en heeft een volle lange beharing.

Actief

De boommarter is een dier dat zich meestentijds gedurende de schemering en nacht beweegt. Maar ook overdag wordt soms wel een boommarter gesignaleerd. Het dier leeft solitair, behalve in de paartijd.

Voedsel

De boommarter is een alleseter en zijn voedsel bestaat hoofdzakelijk uit dat­gene waar op een bepaald moment in zijn leefgebied een groot aanbod van is. In volgorde kan genoemd worden: vogels, konijnen, muizen, vruchten, bessen en no­ten, eekhoorns en eieren. Verder fazant, houtduif en mezen. Van de muizen: de spitsmuis en de bosmuis. De boommarter is een echte vogeleter en nestkastrover.

Beschrijving

ók‑ók‑ók (gelijkend op het 'mopperen' van fret en bunzing) is een con­tactgeluid‑, opwinding gepaard aan lustgevoelens. In de paartijd laten boommarters soms katachtige schreeuwen horen. Verder knor­ren en sissen.

De boommarter huist het liefst in beuken, waar bijvoorbeeld door de zwarte specht gaten in zijn gemaakt. Verder neemt hij soms zijn intrek in verlaten nesten of grote nestkasten, ook in holle bomen. Boommarters kunnen krabsporen achterlaten die men op ooghoogte ziet (de dieren kunnen afdalen met de kop naar beneden). In de nestboom of op de grond zal men ook de latrine aantreffen.

Klimmen en springen kan hij als de beste en een daarbij behorend uitstekend ge­zichtsvermogen maakt hem tot een bijzonder snelle rover die zich kan meten met een eekhoorn, wat handigheid betreft in de bomen.

Helaas is het dier zeldzaam te noemen in Nederland. In kleine gebieden op hogere gronden o.a. op de Veluwe en enkele plaatsen in Friesland, Drente en Overijssel komt het dier nog voor.

De voortplanting bij de boommarter vindt plaats in de zomer, waarna een 'verlengde' draagtijd van 38 à 40 weken volgt. De werkelijke ontwikkeling van de vrucht duurt na de rustperiode zo'n 8 à 9 weken. De jongen worden geboren in maart/april. Een worp kan 2 tot 7 jongen bevatten, maar een gemiddelde is 2 à 3. Het aantal jongen dat volwassen wordt hangt af van het voedselaanbod in het leefgebied. De oogjes van de jongen gaan open na vijf weken. Met acht weken beginnen de klim­oefeningen en na twaalf weken gaan ze mee op jacht. Pas met een half jaar worden ze zelfstandig. Geslachtsrijpheid volgt na het tweede of derde levensjaar. Het laat volwassen wor­den en de verlengde draagtijd maakt dat de boommarter niet geschikt geacht wordt voor de productie van bont (gelukkig!).

Bedreigingen

Biotoopvernietiging door ontsluiting van boscomplexen (opschonen en kaalkappen) en het kappen van oude holle rotte bomen waardoor een verminde­ring van schuilplaatsen optreedt. Jacht en stroperij vormen een bedreiging o.a. door afschot van prooidieren.

Sinds 1947 mag er op de boommarter (en de steenmarter) niet meer gejaagd worden. De stroperij eist echter nog steeds slachtoffers. De dieren worden afgeschoten of gevangen, met als enig doel ze te prepareren (op te zetten) voor de verkoop. In Duitsland behoren boom‑ en steenmarter helaas nog steeds tot het jachtwild. Verder vormt verstoring door recreatie een bedreiging voor de kleine aantallen boom­marters die er nog zijn in ons land.

Wettelijke status


De wettelijke status van de boommarter is per 1 september 1994 als volgt: De boommarter valt in Nederland onder de Jachtwet. De jacht op dit dier is het ge­hele jaar gesloten. Het houden of onder zich hebben van een boommarter, levend of dood, is in Nederland wettelijk verboden (Jachtwet art. 60). Tevens is de boommarter opgenomen in de lijst van beschermde diersoorten‑, bijlage 3 van de Conventie van Bern.

Meer informatie over boommarters?

De Werkgroep Boommarter Nederland (WBN) is een werkgroep van de Vereniging voor Zoogdierkunde en Zoogdierbescherming (Zoogdiervereniging VZZ). In deze werkgroep hebben zich enkele tientallen mensen verenigd die zich uit belangstelling, en soms beroepsmatig, verdiepen in het voorkomen en de leefwijze van de boommarter om met deze kennis de soort beter te kunnen beschermen.

Website: www.werkgroepboommarter.nl