Hoe krijg ik mijn fret(ten) zover, dat ze "nieuwelingen" accepteren? Als je een nieuwe fret wilt introduceren aan je eigen fret of bestaande groep, is het belangrijk dat je altijd in je achterhoofd houdt dat een fret GEEN groepsdier is. Er bestaat dus ook altijd een kans dat het niet klikt tussen de eigen fret(ten) en de nieuwkomer.
Wil je toch een maatje voor je fret neem dan je fret altijd mee naar de eerste kennismaking met de nieuwe fret. Je kunt dan gelijk zien of het wel of niet klikt. Dit wil niet zeggen dat als het gelijk klikt, dat het dan altijd goed blijft gaan.
Waardoor kan het mis gaan:
- Zet nooit twee bronstige mannetjes bij elkaar. Ook een bronstig mannetje bij een geholpen moertje of ram kan voor problemen zorgen.
- Zorg dat het leeftijdsverschil tussen de fretten niet te groot is. Een oudere fret zit niet te wachten op een "spring in het veld" en dit kan stress veroorzaken.
- Een pup kan in het begin goed met de al aanwezige fret omgaan, maar na een aantal maanden blijkt dit niet meer het geval te zijn. Dit kunnen opspelende hormonen zijn, waardoor je de fretten moet scheiden. Ook het karakter van de pup ontwikkelt zich nog tijdens de groei naar volwassenheid en dit kan eveneens een factor zijn, waardoor de fretten op een gegeven moment niet meer samen kunnen.
Hoe pak ik het aan?
Laat de nieuwe fret eerst een paar dagen wennen aan zijn nieuwe omgeving. Er komen al zoveel nieuwe indrukken op hem af. Als je het gevoel hebt dat hij zich thuis begint te voelen, kun je de fretten proberen samen te laten spelen. Bereid dit goed voor, zodat je direct kan ingrijpen als het nodig is.
Zorg voor een ruimte met niet al te veel obstakels. Fretten kunnen namelijk gemakkelijk gaan vechten in buizen of onder kasten en hier kun je moeilijk bij komen. Het is ook het gemakkelijkst als je met z’n tweeën bent, zodat je allebei een fret kan pakken, als er een gevecht uitbreekt. Als dat niet mogelijk is, zoek dan een neutrale ruimte. Dus een ruimte waar beide fretten nog niet eerder geweest zijn en als hun territorium beschouwen.
Als de fretten samen worden gezet, moet je oplettend zijn op het gedrag van alle fretten. Wat gebeurt er precies? Stress signalen zijn niet altijd gemakkelijk te herkennen, terwijl ze wel degelijk aanwezig zijn. Veel fretten zullen bij een nieuwkomer aan de kont en/of in de nek gaan ruiken. Als de fretten dit allebei toelaten, is dat een positief teken. Ook wanneer de fretten samen beginnen te spelen betekent dit vaak dat het klikt tussen de fretten. Als de fretten beginnen te piepen of te blazen moet je opletten, de fret is dan niet zo gediend van de nieuwkomer. Let ook op dikke staarten en het legen van de anaalklieren. Dit zijn uitingen van een fret die bang of boos is. Wat ook nogal eens voorkomt, is dat een fret achter de ander aan blijft lopen. Wanneer dit blijft gebeuren, moeten de fretten gescheiden worden. Als de fretten met elkaar beginnen te vechten, moeten ze direct uit elkaar gehaald worden. Als dit gebeurt, is de klik overduidelijk niet aanwezig en horen deze fretten ook niet samen te zitten.
Wat als het niet klikt?
Als het niet klikt tussen twee fretten, blijf dan niet eindeloos proberen om ze bij elkaar te introduceren. Niet elke fret is gediend van een andere fret. Sommige fretten blijven liever alleen (zeker als ze al een tijd alleen zitten) en andere fretten accepteren alleen groepsgenoten. Als je ervoor kiest een fret erbij te nemen, laat dan deze nieuweling een aanwinst zijn voor de groep. Neem geen fret erbij omdat je het zo graag wil, maar denk hierbij in het belang van de fretten. Willen de fretten er wel een maatje bij en past deze nieuweling ook in de groep?
Soms gebeurt het ook dat fretten elkaar wel accepteren, maar alleen omdat ze niet anders kunnen. Er heerst dan een soort wapenstilstand. Als fretten samen in een hangmat liggen, hoeft dit niet te betekenen dat ze elkaar ook mogen. Een nieuwe fret of een wapenstilstand kan veel stress opleveren bij een fret. Dit kan uiteindelijk resulteren in gezondheidsproblemen, zoals Helicobacter.