Wordt donateur

Wordt donateur

Herplaatsbare fretten

Herplaatsbare fretten

Fret vermist

Fret vermist

Fret gevonden

Fret gevonden

Bemiddeling bij herplaatsing

Bemiddeling bij herplaatsomg

Fretten heb je in 3 standaard vachtkleuren, dit is de Wildkleur, de Sandy en de Albino.

De vacht van de fret bestaat uit 2 delen, de ondervacht en de dekharen. De dekharen geven de fret zijn kleur; bij de wildkleur is dit variërend zwart in allerlei tinten. Bij de sandy zijn de dekharen zandkleurig en bij de albino zijn de dekharen wit tot geel. De gele kleur wordt veroorzaakt door de hoeveelheid huidvet. Dit wordt door alle fretten aangemaakt, maar bij de albino valt dit meer op doordat deze geen pigment in zijn vacht heeft en daardoor volledig wit van kleur is. De albino heeft rode ogen.

De ondervacht is de isolerende laag van de vacht; deze zorgt er in de winter voor dat de fret lekker warm blijft. Maar het spreekt voor zich, dat de vacht wel de kans moet krijgen om zich optimaal te ontwikkelen. Fretten verharen in de herfst en in de lente. Hun vacht gaat zich dan aanpassen aan de veranderende temperaturen. Wil je jouw fret buiten houden in de winter, dan zul je hem voordat hij in de rui gaat al buiten moeten huisvesten. Op die manier kan zijn vacht zich gaan aanpassen aan de koudere temperaturen. Fretten die buiten zitten, hebben een dikkere wintervacht dan fretten die binnen gehouden worden. Het is dus logisch dat je fretten, die binnen hebben gezeten, niet plots midden in de winter buiten kan gaan huisvesten. Hun vacht is gewoon niet dik genoeg.

De rui

Zoals eerder vermeld gaat de fret 2 keer per jaar in de rui, in de herfst en in de lente. In de herfst wordt de vacht dikker en langer; de fret krijgt hierdoor een pluizig uiterlijk. In de lente verliest hij deze vacht weer, waardoor hij weer korter en minder pluizig wordt; het haar ligt wat meer langs het lichaam. Ook de kleur van de fret en zijn masker kunnen tijdens de rui periode veranderen. De meeste fretten zijn in de winter wat lichter van kleur dan in de zomer. Bij gecastreerde fretten is de rui wat minder dramatisch dan bij ongecastreerde fretten.

In de lente kan een fret gigantisch veel haar verliezen in een heel korte periode. Het is verstandig om in deze periode de hangmatjes en slaapzakken regelmatig te verwisselen. Ook kan het soms nodig zijn dat je de fretten plukt. Dit is voorzichtig met een iets wat vochtige hand langs de vacht van je fret gaan en op die wijze alle loszittende haren verwijderen. Je kunt een wat trekkende beweging maken om de onderliggende loszittende haren te verwijderen. Bedenk je wel, dat je dus op een onnatuurlijk wijze de haren verwijdert en het kan even duren eer de vacht weer fatsoenlijk is aangegroeid. De loszittende haren worden normaal gesproken door de nieuwe haren naar buiten geduwd, waardoor het proces wat geleidelijker verloopt. Door het plukken van je fret raakt hij veel oude haren kwijt, terwijl de nieuwe haren nog niet volledig zijn doorgekomen.

Extra maatregel tijdens de rui

Fretten zijn erg schoon op zichzelf en wassen zich dan ook regelmatig. Tijdens de rui kan de fret veel loszittende haren binnen krijgen. Vooral bij fretten met maagproblemen kan dit voor veel problemen zorgen. Loszittende haren kunnen een haarbal veroorzaken, die vast kan komen te zitten in de maag of in de darmen. De fret kan hierdoor een verstopping krijgen die, als deze niet operatief verwijderd wordt, kan lijden tot de dood. Fretten kunnen gaan overgeven of gewoon volledig stoppen met eten. Ook kan de fret moeite hebben met poepen, wat zich kenmerkt door het op en af de bak gaan, maar bijna niets produceren. Soms merk je niets aan de fret, maar valt deze gewoon geleidelijk af. Niet te verwarren met het afvallen, wat alle fretten doen tijdens de rui periode in de lente. Om dit zo goed als kan te voorkomen, kun je de fret tijdens de rui periode laxeer pasta geven. Gewone vaseline kan hiervoor ook gebruikt worden, aangezien er in de meeste laxeer pastas veel suikers zitten, die op latere leeftijd voor gezondheidsproblemen kunnen zorgen. Geef de fret dit een paar keer per week om een haarbal te voorkomen.

Prooi geven en de rui?

Het geven van prooi vermindert de kans op een haarbal. De vacht van de prooi werkt namelijk als een natuurlijke borstel, die de maag en darmen schoon houdt. De vacht van de prooi zit namelijk vast aan de huid van het prooidier en veegt zodoende het maag/darmstelsel schoon. Vaak zie je bij deze fretten wat haarpakketjes in de ontlasting zitten. Het haar is ingesloten in de ontlasting; bij het openmaken hiervan zal er een klein opgerold pakketje haar te voorschijn komen.

Extra wisseling van de vacht

Extra wisseling van vacht komt voor nadat een medische ingreep, zoals een castratie (zowel bij het mannelijk als het vrouwelijke dier) is uitgevoerd. Ongeveer 3 weken na deze ingreep zal het dier gaan verharen. De enigszins vette vacht van het dier, dat kort daarvoor bronstig of loops was, wordt vervangen door een ‘schone’ vacht. Doordat de overmatige huidvetproductie na de castratie stopt, zal de vacht ook niet meer zo vet en sterk ruikend worden als voor de ingreep.

Drachtige vrouwtjes

Twee tot drie weken na de paring begint het haar op de buik van het vrouwtje dunner te worden. Aan het eind van de zwangerschap zal de buik bijna kaal zijn, er zit alleen nog maar een zacht donslaagje op de buik. Dit is om de jongen makkelijk toegang te geven tot de tepels waaruit zij melk moeten drinken. Ook zijn er moertjes die hun buikhaar uittrekken om hier een nestje van te maken.

Kleurverandering

In de loop van een aantal jaar zal de vacht van een fret vergrijzen. Bij sommige fretten zie je dit verschijnsel al als ze een jaar of 3 zijn. Vooral bij wildkleurtjes valt dit erg op. Waar de fret als pup nog erg donker was, begint deze nu langzaam aan te vergrijzen. Vooral de achterpoten en de staart krijgen een grijsachtige gloed.

Wassen

Een fret hoeft in principe niet gewassen te worden, sterker nog de meeste fretten houden er niet eens van. Met het wassen doe je de fret dus geen plezier en het is ook nog eens onnodig. Als fretten vies aanvoelen, dan komt dit door de aanmaak van huidvet, wat achterblijft op de fret. Dit geeft de fret ook zijn typische lichaamsgeur. Normaal gesproken is deze geur minimaal aanwezig maar als de omgeving niet goed schoon gehouden wordt en de fret zijn huidvet dus niet goed kwijt kan, gaat de fret sterker ruiken. Door de fret te wassen, stimuleer je de aanmaak van huidvet wat het probleem dan alleen maar verergerd. In plaats van de fret te wassen, kun je beter zijn omgeving schoon houden. Een fret geeft zijn huidvet af aan zijn hangmatten en slaapzakken. Door deze vaker te verschonen, houd je de vacht van de fret schoon en zal hij minder gaan ruiken.
Ongecastreerde dieren zullen een sterkere aanmaak hebben van huidvet, en dit in combinatie met de hormonen zorgen voor een sterkere lichaamsgeur. Hoe vaak je de slaapzakken ook verwisselt, deze geur zal pas na castratie verminderen. Tegenwoordig kun je ook een hormoon implantaat laten plaatsen bij de dierenarts als alternatief voor castratie.

Kaal worden

Fretten horen niet kaal te worden. Bij een fret die kaal wordt is er altijd iets aan de hand. Behalve bij het zogenaamde “rattenstaartje”, hierbij is het puntje van de staart kaal tot licht behaard. Vaak zie je ook wat zwarte puntjes op de staart zitten. Dit zie je bijna altijd in de zomer; in de winter krijgt de fret weer een vol behaarde staart terug. Zolang alleen de staart kaal wordt, is er meestal niets ernstigs aan de hand. Wordt de fret op ander delen van het lichaam kaal, dan kan dat verschillende oorzaken hebben. Hier de meest waarschijnlijke oorzaken:

  • Bij oudere fretten (boven de 3 jaar); een bijnierprobleem.
  • Bij loopse dames, de zogenaamde beenmergdepressie.
  • Bij een verkeerd uitgevoerde castratie (bij dames), waarbij er een minuscuul stukje eierstok is achtergebleven wat uiteindelijk ook kan zorgen voor een beenmergdepressie.

Het is dus van belang om bij kaalheid van de vacht die verder reikt dan de staart, medische hulp te zoeken.

Is het vrouwtje ongeholpen (gezwollen vulva), dan is het van belang deze zo snel mogelijk als haar lichamelijke conditie dit toelaat, te laten castreren.

Is het een jong vrouwtje, waarvan je weet dat ze geholpen is maar haar vulva blijft gezwollen, dan is er waarschijnlijk sprake van een achtergebleven stukje eierstok, dan is het zaak dit zo snel mogelijk te laten verwijderen.

Is het een ouder fretje wat ineens kaal begint te worden, dan kun je er vanuit gaan dat dit een bijnierprobleem is.

Hoe moet de vacht er dan uit zien?

Een fret moet een mooie volle vacht hebben, die glanzend is. Deze hoort mooi op elkaar aan te sluiten zonder strepen of happen erin. De ondervacht moet zacht aanvoelen; de dekharen mogen iets ruwer van structuur zijn. Houd hierbij wel in gedachten dat de zomerjas er heel anders uit ziet dan de winterjas. De vacht van een fret hoort schoon te zijn, geen vette plakkerige huid. Voelt de jas vettig aan, dan moet je de omgeving vaker schoonmaken; vooral de slaapzakken en de hangmatten. Maar vergeet de vaste slaapplaatsen buiten de kooi niet. Is de vacht erg dof, bekijk dan even goed of hier een oorzaak voor gevonden kan worden. Stoffig kattengrit is ongeschikt voor fretten en kan zorgen voor een erg ruwe, doffe vacht. Wordt de fret zijn vacht dof, ruw of staat de vacht open, zonder duidelijke reden, raadpleeg dan een dierenarts om een medisch probleem, zoals bijnierproblemen, uit te sluiten. Wordt de fret kaal op andere plekken dan zijn staart, dan moet je een dierenarts met verstand van fretten raadplegen.